Symboliek van voeten & benen
Jezelf (vreugdevol en vrij) dragen door het leven. Symboliek voor het vertrouwen in jezelf, niet wankel door het leven gaan maar lichtvoetig het leven aanvaarden zoals het komt. Stevig in jezelf verankerd zijn. Goed uit de voeten kunnen met jezelf: jezelf in alle richtingen kunnen bewegen. Op eigen benen staan, in evenwicht zijn. Mensen die hun voeten tijdens het lopen niet normaal kunnen afwikkelen, missen letterlijk een standvastige basis.
Aandoeningen:
Blaren op voet
Veel lopen, maar niet echt vooruit gaan in het leven. Beetje bang zijn, op je hoede zijn en enigszins slachtoffer voelen waardoor je jezelf onnodig pijn doet.
Eelt op voet
Bang zijn voor je eigen gevoelens, voor je eigen aard. De symboliek is een ‘beschermingslaagje’ wat voor en tegen je kan werken. Het onderwerp waar het om gaat, is afhankelijk van de plaats waar het eelt zich bevindt. Buitenkant van de grote teen: dingen verwerken, meer dan normale moederbinding. Tussen grote teen en tweede teen: dienstbare houding ten koste van eigen persoonlijkheid om vrede en harmonie te bewaren. Op bovenkant voet tussen grote en tweede teen. Zich niet vrij voelen om zich echt te uiten, het niet uit de ‘strot’ kunnen krijgen van emoties. Eelt met kloven in de hielrand. Een sterke verbinding, met vader of moeder of datgene waar je uit voort komt en deze moeilijk los kunnen laten. Aan buitenkant kleine teen: te grote verantwoordelijkheid/ballast uit het verleden meedragend.
Gezwollen voet/oedeem aan enkels
Teveel vasthouden aan oude gevoelens en beknellende gedachten; piekeren in cirkels.
De symboliek van hielpijn
Te zware lasten dragen, te streng zijn voor jezelf. Plichtsgetrouw je taken volbrengen maar je gevoelsleven dichtsnoeren.
Halux Valgus
Je eigen weg niet rechtdoor volgen, denken dat dat niet mag. Jezelf steeds op de vingers tikken. Aan de rechtervoet gaat het om rationele zaken; links om gevoelsmatige zaken.
De symboliek van likdoorns
Pijnlijke, verharde gedachten, soms met wraak of bitterheid. Onderdrukte agressie naar binnen toe (gevoelens die gaan steken). Schaamte om dit naar buiten te brengen. Afhankelijk van de plek waar ze zitten geven ze ‘het onderwerp’ van de agressie/schaamte aan.
Hielspoor
Gevoel van onveiligheid, het ‘voetspoor’ volgen van je vader of strenge leraar zonder je unieke persoonlijkheid te durven uitdrukken.
De symboliek van koude voeten/wintervoeten
Onbeslistheid: niet uitkomen voor je eigen IK, bang om eigen karakter te laten zien. Afhankelijk opstellen, niet in je eigen kracht gaan staan.
Slapende voet
linkervoet: je laat je teveel op sleeptouw nemen door je ‘geest’. Je hebt te weinig contact met moeder aarde/je eigen gevoelsaard. Rechtervoet: te weinig mannelijke daadkracht. Te weinig activiteit in het laten zien van jezelf.
Schimmel
Innerlijke tweestrijd: enerzijds geborgenheid willen, anderzijds een behoefte om je vrij te vechten. Voorbij gaan aan je eigenlijke natuur. Teveel leven naar de verwachting van de buitenwereld. (je laat van je profiteren/anderen parasiteren op je).
Problemen met de voetzool
Niet voldoende gebruik maken van eigen kracht en flexibiliteit, jezelf niet (laten) zien als ‘eenheidsmens’. De voetzool vraagt om te breken met elke vorm van zelf-afkeuring of –ontkenning; van leugens tegenover jezelf.
Voetwratten
Roep om ‘hulp’: vastlopen in emoties, machteloos om greep te krijgen op jezelf.
Zweetvoeten
Je komt uit een dal en bent bang er weer in te glijden. Innerlijk onzeker, niet goed weten waar naar toe te gaan. Bang weer onderuit te gaan, jezelf niet kunnen bewijzen naar anderen toe.
BENEN in het bijzonder:
Rusteloze benen (Restless legs):
- Vorm van zelfbeperking: met gedachten, overtuigingen en structuren zichzelf tegenhouden.
- Noodzaak om harde noten te kraken. Iets verloopt te houterig, hoekig, te geforceerd.
- Samenballende energie die eruit wil, aanvalsgericht is, maar zich tegen laat houden en daardoor als verdediging fungeert.
Kramp in de kuiten
Nerveuze spanning: ‘wat gaat er gebeuren’, teveel zorgwekkende gedachten en inbeeldingen. Steun nodig hebben maar het niet kunnen vinden. Jezelf daardoor schrap zetten, jezelf ‘krampachtig’ verdedigen.
Claudio intermittens/dichtslibben beenslagader
Zelfdestructieve gedachten, het ‘niet toestaan van iets wezenlijks in je leven’. Behoefte om schoon schip te maken, een andere koers te volgen, maar je gevoel niet durven volgen.
Spataderen
Je torst te zware lasten, en steekt je kop enigszins in het zand. Blijft moedeloos zitten in een te ‘eng’ keurslijf en krijgt geen vat op jezelf. Op het leven dat je eigenlijk plezierig zou vinden.
Trombose
Je laat geen geluk toe in je leven, je gelooft te weinig in de goedheid. Voelt je onmachtig om deze situatie te keren.
Aderontsteking
Je voelt je onzeker, wankel, afgedankt. Deze zelftwijfel belast je zwaar en het leven wordt een last. Inwendig ben je boos om dit gefrustreerde gevoel van ‘niets zijn’.
Vaatkramp
Hoewel je boordevol ambitie, verlangens en emoties zit hou je jezelf tegen, zodat je gevoelsmatig ‘ontploft’. Je klampt je nog vast aan het verleden, aan iets of iemand. Of verschuilt je achter een uiterlijk imago dat je beter los kunt laten.
Thema’s van TENEN
Tenen algemeen
Richting bepalers: waar heen te gaan; alle richtingen verkennend en daarin keuze maken. Elke teen heeft zijn eigen unieke eigenschap en vorm.
Lange tenen
Zijn antennes die ver reiken, de symboliek hierachter is. Mensen met lange tenen hebben belangstelling voor ver verwijderde zaken. Zij richten hun denken en activiteiten meer op ver weg dan op dichtbij. Hoe langer hun tenen hoe ruimer hun blik. Mensen met lange tenen staan ook meer open voor inkomende berichten. Dit meer over onderwerpen van nationale en internationale aard dan ze warm lopen voor berichten in de plaatselijke krant. Hun primaire interesse is zowel inkomend als uitgaan gericht op de wijde wereld.
De symboliek van korte tenen
Wijst erop dat activiteiten graag dicht bij huis worden gezocht. Mensen met korte tenen vind je eerder als lokaal bestuurder van een sportclub dan van een internationale vereniging.
De grote tenen
Staan niet alleen voor vreugde (rechts) en verdriet (links). Ook voor communicatie van wat er in de andere tenen wordt afgespiegeld. Iemand met lange grote tenen zal voornamelijk praten over zaken die in de grote wereld gebeuren. Daar zal een mening over worden gevormd en geventileerd. Dat is het ‘zenden’. Tegelijkertijd zullen berichten vanuit die wereld op belangstelling kunnen rekenen en worden geabsorbeerd. Niet alleen de lengte van tenen is belangrijk, maar ook de nagels spelen een grote rol. Met name bij het analyseren van de eigenschappen van de tien verschillende ‘antennes’. Iedere teen heeft unieke eigenschappen. Hoe iemand met die eigenschappen omgaat kunnen we afleiden aan de grootte en de conditie van de nagels.
De symboliek van de nagels
Is dat ze de beschermers zijn van onze zenuwstelsel/de hersenen. Ze geven een indicatie van onze fysieke, geestelijke en emotionele gezondheid. Ze duiden op een bescherming voor invloeden van buitenaf.
De symboliek van kleine nagels
Laat zien dat mensen gevoelig zijn en primair gericht op het ontvangen van binnenkomende berichten. Die nagels horen bij mensen met goede oren die openstaan voor prikkels en boodschappen uit de buitenwereld. Gemiddeld grote nagels geven aan dat de eigenaar evengoed kan zenden als ontvangen. Grote nagels schermen goed af en duiden erop dat de eigenaar beter zendt dan ontvangt. Zo iemand is niet makkelijk te beïnvloeden.
Zachte nagels
Geven aan dat iemand zich slecht beschermt tegen invloeden van buitenaf. Ze zijn extra gevoelig. Harde nagels, schimmel en kalknagels weerspiegelen een extra bescherming, een bijkomende verdediging. Het is extra moeilijk om door te dringen tot deze persoon en mededelingen goed te laten overkomen.
Ingegroeide nagels
Duiden op zoveel krampachtige bescherming dat de verdediging in eigen vlees snijdt, pijn doet.
Ronde, bolle nagels
Horen bij mensen die zich schrap zetten tegen wat op hen af komt. De aangeboden energieën vloeien door de kromming gemakkelijk af.
Daknagels
Laten zien dat iemand zo min mogelijk te maken wil hebben met de energie van anderen. Ook dat die heel snel, als regen van een schuin dak, moet worden afgevoerd.
Geen nagel
Maakt overgevoelig.
Brede nagels
Duiden op een fysiek goede gezondheid. Vaak hebben deze mensen een open kijk op het leven. Ze staan open voor nieuwe visies, zijn meestal extrovert, opgewekt en spontaan en tonen doorzettingsvermogen.
Worden deze nagels heel breed, dan komt het nogal eens voor dat de eigenaars blijven steken in hun eigen visie. Ze houden vast aan hun eigen mening, worden eigenwijs en halsstarrig.
Vierkante nagels
Duiden op een praktische inslag en een gezonde belangstelling voor het leven. Ze onderzoeken graag allerlei dingen. De drie eigenschappen voelen, denken en willen worden harmonieus gebruikt. Meestal hebben mensen met vierkante nagels ook een goede gezondheid.
Lange nagels
Zijn meestal het eigendom van mensen die fijn gebouwd zijn. Hun lichamelijke constitutie is in het algemeen wat minder sterk. Ze houden in psychologisch opzicht van harmonie en schoonheid, zowel innerlijk als uiterlijk. Willen er graag mooi uitzien, maar scheppen er ook behagen in om anderen ‘mooi’ te maken.
Korte nagels
Duiden op een minder sterke en robuuste gezondheid en op een zeer kritische geest. Zowel naar zichzelf als naar anderen toe. Deze mensen zijn analytisch in hun denken en geïnteresseerd in de details van het leven.
Spatelvormige nagels
Duiden op een aanleg voor nervositeit in doen en laten. Ze streven naar perfectie, maar bereiken die bijna nooit waardoor ze nerveus worden.
Rode tenen
Opgekropte energie, ‘hitte’, behoefte aan ontlading.
Witte tenen
Geestelijke uitputting.
Kromme tenen
Krampachtigheid.
Lengte:
Alle tenen mooi op een rijtje: harmonie
Grote teen kleiner: onbalans, chaos, hak op de tak. Veel dingen tegelijk willen doen
Grote grote teen: praat aan 1 stuk, onderwerp niet belangrijk
Ruimte:
Tenen in contact: meest natuurlijke, soepele en snelle energie
Geïsoleerde grote teen: heeft tijd nodig om zich te uiten
Ruimte tussen alle tenen: van nature heroverwegen, bezinning voordat er gereageerd wordt, innerlijke onzekerheid
Wig (spreidstand): processen verlopen langzaam, secundair denken, handelen of voelen
Omgekeerde wig (naar elkaar toe): vroeger secundaire reacties, nu meer primair.
Vorm:
Afgeplat uiteinde: bescheiden, maar nadrukkelijk naar buiten brengen van iets.
Droomteen (nagel omhoog): mogelijkheid om zich aan de werkelijkheid te onttrekken.
Jubelteen (top omhoog): niet geaard, ongegronde redeneringen of handelingen.
Druppel onder top: overtollige energie, doorgaan als anderen ophouden.
Klauweffect: je laat je door anderen weerhouden om de energie NIET naar buiten te brengen.
Ingetrokken teen: energie manipuleren, uitingen opschorten.
Flessenhals: tijdens het proces inhouden, geen vaart kunnen maken.
Reservoir: opgekropte energie.
Verbreding/taps: geleidelijk energiekere aanpak, groeiende zekerheid naarmate het proces vordert.
Blokvorm: onplooibaar, vastgebeten, dominant aanwezig, buigen of barsten.
Gedraaide teen (top): anders dan de oorspronkelijke energie.
Gekanteld vanaf de basis: zelf niet weten wat innerlijk leeft.
Gekromd: het opgeven, gemanipuleerd worden (laat maar).
Gespannen teen: poging tot verandering.
Onderduikende ronde teen: mate van bescheidenheid, het onder druk zetten van de energie die bij de teen hoort.
Onderduikende spatelvormige teen: zichzelf onder druk zetten om eigen gang te gaan (het gaat je geen bliksem aan).
Onderduikende spitsvormige teen: in buien priemt de energie naar buiten om vervolgens grotendeels ontkend te worden.
Buiging naar ‘buiten’: haastteen, drammen om doel snel te bereiken.
Buiging naar ‘binnen’: terugkijken, vergelijken met verleden.
Uitstekende teen: activiteit verhoging (bij positieve mensen), activiteit staken (bij negatieve mensen).
Te kleine teen in relatie tot de anderen: weinig activiteit.
Vervormingen:
Eeltknobbeltje op gewricht: niet open naar de ander, iets aan het oog onttrekken (vinden dat iets niet hoort)
Verticale ribbels op nagels: stofwisselingsstoornissen
Horizontale ribbels op nagels: emotionele golfbewegingen, per maand af te lezen.
Toppen/nagels:
Vierkant: recht voor zijn raap, niet tactvol, wel helder
Rond: vriendelijk, relativerend, tactvol
Spits: puntig, onverwacht, gespannen, als een donderslag bij heldere hemel
Spatel: onverwacht krachtig
Hoekig uiteinde: compromisloos, geen zin in tact
Elke teen afzonderlijk
(de vijf elementen, van groot naar klein: ether, lucht, vuur, water, aarde)
RECHTS: het denken/de ratio/logica
Grote teen: communicatie vanuit het denken en vreugde
2e teen: wens, verlangen en ambitie
3e teen: agressie en daadkracht
4e teen: controle en gehechtheid
Kleine teen: onzekerheid en angst
LINKS: het gevoel, de intuïtie
Grote teen: communicatie vanuit het gevoel en verdriet
2e teen: het gevoel
3e teen: creativiteit, intuïtief handelen
4e teen: liefde
Kleine teen: optimisme, vertrouwen, seksualiteit