Intermezzo

Drukte aan het grensstation ‘De Kempen”
Zaterdag 20 augustus 1960.

Negen kilometer ten westen van Weert ligt het grensstation ‘De Kempen’ of zoals de schippers zeggen, het Hollands kantoor in de ‘Lange Hei’. Haast in een niemandsland vindt u daar een groepje dienstwoningen met het kantoor van de Invoerrechten en Accijnzen en een helder wit huis, waar de expeditie ten behoeve van de schepen, die in- of uitgeklaard worden al 55 jaren door de familie Ceyssens wordt verricht. Er staan de gebruikelijke douaneborden, een grenspaal en een slagboom. Gewoonlijk ligt er een rij schepen langs de kade gemeerd, wachtend op in- of uitklaring. Slechts weinigen weten, dat deze huizengroep nog op het grensgebied van de gemeente Weert is gelegen en daarom de gemeentegrens hier tevens de rijksgrens vormt. Topografisch lijkt het ook nog al vreemd. Als men de bebouwing van Weert al ver achter zich heeft, de haven van de zinkfabrieken gepasseerd is en op niet verre afstand de kerktorens van Dorplein, Budel en Hamont ziet, gelooft niemand, dat wanneer hij eindelijk weer even in de bewoonde wereld komt, zich weer of nog in de gemeente Weert bevindt. En toch is dat zo. De weg ter plaatse is door de gemeenteraad de naam Kempenweg gegeven, maar op uw brieven moet u vermelden: ‘Post Budel’ en wanneer u het grensstation opbelt moet u het netnummer van Budel kiezen. Elektriciteit wordt er uit België en drinkwater uit Dorplein betrokken.

Een douane-beambte verzegelt onder toezicht van de schipper een lading gerst aan boord van het motorschip “Kiwi”

Schippers hebben altijd haast

Hier aan de grensovergang ‘De Kempen , waar in zoveel jaren zo min iets veranderde als in het ruige landschap, is een grote verandering op til. Binnenkort wordt het grenskantoor een Beneluxkantoor, waarbij de Belgische en Nederlandse douane gezamenlijk in één kantoor hun werk verrichten, zodat een dubbele grenscontrole door beide landen afzonderlijk niet langer nodig is, waarmee uiteraard tijd gewonnen wordt. Om dit mogelijk te maken wordt de weg van Weert naar Loozen tot internationale douaneweg verklaard en naast het gebouwencomplex van de Nederlandse douane een modern grenskantoor gebouwd.

Nieuwbouw

Het nieuwe gebouw is in een moderne frisse stijl opgetrokken met veel glas en een fraaie ingangspartij. Via een ruime hal bereikt men de afzonderlijk gelegen kantoren van de douanediensten. De Belgische douanedienst beschikt over een kantoor voor de klerk en een afzonderlijk kantoor voor de ontvanger. Voorts over een planton lokaal, waar de ambtenaren verblijven, die het toezicht hebben op het grensoverschrijdend verkeer en archief- met bergruimte. Voor de Nederlandse douane is een lokaal voor de scheepvaartwacht ingericht. Hier verblijven de douanebeambten, die belast zijn met de controle van het weg- en scheepvaartverkeer. Bovendien is er een kantoor voor de ontvanger, de heer N.J. Schallenberg. Voor beide afdelingen zijn ruime glazen loketten aangebracht terwijl de bureaus gezellig en keurig bemeubeld zijn.

Het spreekt vanzelf, dat nu met maar één slagboom kan worden volstaan. De verlichting hiervan is aanzienlijk verbeterd door het plaatsen van vier moderne lichtmasten.
Over de weg kan via het grenskantoor ‘De Kempen’ voor elke plaats in Nederland bestemde handelsgoederen, waarvan de verschuldigde rechten niet meer dan f 150,= bedragen, direct worden vrijgemaakt.
Voor goederen met bestemming Budel is dit maximum op f 300,= gesteld, terwijl voor de invoer ten behoeve van de Kempische Zinkmaatschappij daar een nog hogere limiet is gesteld. Voor de uitvoer gelden geen beperkingen, alleen T.I.R.-vervoer, waarvoor speciale faciliteiten gelden, kan niet via ‘De Kempen’ geschieden.

Scheepvaart

Het grenskantoor ‘De Kempen’ is vooral van betekenis voor de scheepvaart naar en van België via de Zuid Willemsvaart. Ten behoeve van de scheepvaart is aan de Nederlandse zijde een lange kade aangelegd. Op Belgisch gebied werd onlangs het oude houten steigerwerk door een kade van betonplaten vervangen, zodat de wachtende schepen kunnen meren langs een aaneensluitende kade ter lengte van ongeveer vijfhonderd meter.

In het afgelopen jaar werden 6509 schepen uitgeklaard en 7592 schepen ingeklaard, in totaal daarom 14101 schepen. Deze schepen vervoerden in totaal 1.220.959 ton lading, hoofdzakelijk zand en grind van de Maas, bestemd voor de Belgische Kempen, Antwerpen, Brussel en andere plaatsen. Uiteraard zou het grensoverschrijdend verkeer via ‘De Kempen’ groter zijn als de ‘Stop van Loozen’ opgeheven was. Uit de cijfers blijkt namelijk duidelijk, dat veel grondschepen alleen maar leeg van België naar Nederland varende ingeklaard worden om via het Julianakanaal en de sluis in het Bosscheveld te Maastricht via Smeermaes geladen terug te varen. Deze omweg wordt gemaakt omdat langs laatst genoemde scheepvaartroute dieper geladen kan worden. Zo werden er 4623 geladen schepen uitgeklaard, doch 6051 schepen leeg ingeklaard.

Vrachtbrief

Als u ‘De Kempen’ passeert ziet u gewoonlijk schippers en douanebeambten met grote papieren in hun hand lopen. Ook bij de in- en uitvoer van goederen kan in ons dierbaar landje het formulier niet gemist worden. Er komen er zelfs veel aan te pas. Voor het in- en uitvoeren van goederen per schip worden meerdere formulieren vereist, afhankelijk van de aard, herkomst en bestemming van de lading.

Bij uitvoer van een lading moet de vrachtbrief getoond worden en bij vervoer van zand en grind bovendien de laadbon van de baggermolen. Er komt een ‘ietje’ aan te pas, een geel formulier i, waarop de soort van lading, de laad- en losplaats, de waarde van de lading, de naam van het schip en de schipper enz. staan vermeld. Bij invoer worden weer andere formulieren gebruikt en worden hoofdzakelijk gegevens verzameld om de verschuldigde omzetbelasting te berekenen. Via ‘De Kempen’ geschiedt namelijk voor 90 procent Benelux invoer, waarover alleen maar omzetbelasting verschuldigd is en geen invoerrechten. Bovendien komt er een provisielijst aan te pas, de befaamde gespecificeerde ‘lijst van voedingsmiddelen en andere waren, persoonlijke zaken en huisdieren’, welke zich aan boord bevinden.

Als de inschrijving in het register van inkomende of uitgaande schepen heeft plaats gevonden volgt de controle van de douane aan boord. Meestal wordt bij inkomende schepen de lading verzegeld door het aanbrengen van loodjes aan de luiken. Hierbij wordt de eindvisitatie van de lading verschoven naar de plaats waar deze gelost zal worden. De eindvisitatie voor schepen, bestemd voor de haven van de zinkfabrieken te Budel, geschiedt echter hier op het grenskantoor. De documenten welke nodig zijn om met een schip de grens te passeren, worden opgemaakt door het expeditiekantoor Ceyssens, dat sinds vele jaren bij iedere schipper bekend is. Marie Ceyssens is hier de expeditrice.

Expeditiekantoor

Het was in het jaar 1905, dat Louis Ceyssens van beroep koetsier, hier in ‘De Kempen’ een expeditiekantoor met winkel en café begon. Het grenskantoor voor de scheepvaart was in dat jaar van Weert naar ‘De Kempen’ overgeplaatst. Voordien vond het in- en uitklaren van de schepen aan de Bassin plaats. Wachtende schepen meerden langs de Minderbroederslaan, waar het kanaal zo diep uitgebaggerd was, dat de schepen vlak tegen de wal konden meren. Het kanaal is thans ter plaatse nog zo diep en biedt daarom voor menig schip een goede ree. Vooral nu de Zuid Willemsvaart ter plaatse twee meter verbreed is maken de schippers graag langs het ‘Liefdelaantje’ vast.

Deze dagen brachten wij een bezoek aan het grenskantoor ‘De Kempen’ dat door de schippers, in tegenstelling tot het iets verder gelegen Belgisch douanegebouw, het Hollands kantoor in de ‘Lange Hei’ genoemd wordt. Deze naam houdt verband met de lange kanaalboezem en de omgeving waarin het grenskantoor ‘De Kempen’ gelegen is. De afstand van sluis 16 naar sluis 17 bedraagt 9 kilometer en is veel langer dan vroeger op de Zuid Willemsvaart voor de kanaalpanden gebruikelijk was. Vooral voor de paarden, die de schepen moesten trekken, was deze boezem dwars door bos en hei, heel lang.

Twee op uitklaring wachtende schepen aan het grenskantoor te Loozen

Veel is er sedertdien aan het landschap langs dit kanaalpand niet veranderd. Weliswaar komen er steeds meer fabrieken boven sluis 16, maar het landschap is nog altijd ruig en woest. Hier en daar moge een stukje grond door ontginning moeizaam op de wilde natuur veroverd zijn, de streek tussen sluis 16 en sluis 17 (Loozen) heeft toch altijd nog het karakter van een ongerept natuurschoon gebied, dat zich tegen de altijd weer imponerende zwaar rokende schoorstenen van de zinkfabrieken verliest.

Het is vanmiddag druk op het kantoor in het propere witte huis van de familie Ceyssens hier aan de grens. Er ligt een lange rij inkomende en uitgaande schepen. Op de Maas en aan de sluis in Panheel is veel oponthoud en daarom varen er nu meer schepen via de Belgische Zuid Willemsvaart, voor zover de ‘Stop van Loozen’ geen sta in de weg is.

De schippers zitten op het kantoor en willen zo vlug mogelijk hun grenspapieren hebben. Een schipper heeft altijd haast. Marie en Sophie maken op de schrijfmachine de grensdocumenten klaar. In een kort gesprek krijgen wij een inzicht in het internationaal scheepvaartvervoer via ‘De Kempen’. Inkomende is de motordekschuit ‘Jan’ uit Wijk bij Duurstede met 110 ton zware stenen van Namen bestemd voor het onderhoud van de kribben op de Lek bij Vreeswijk. Voorts moet de Belgische motor spits ‘Kiwi’ ingeklaard worden met 246 ton gerst van Chalon sur Marne in Frankrijk voor Amerongen, terwijl de Belgische motor spits ‘Mentor’ 250 ton krijt uit Frankrijk voor Gouda geladen heeft. Behalve enige grindschepen, die wekelijks enige reizen naar de Belgische Kempen doen, wachten ook nog de Nederlandse motorspitsen ‘Trio I’ en ‘Trio II’ op hun papieren voor een lading fosfaat van Vlaardingen naar Reims. Vlugger zijn de ‘Secunda’ en de ‘Janna’ klaar die geregeld cement in Haccourt gaan laden en nu leeg van Alphen aan de Rijn gekomen zijn. Op de weg staat een zware vrachtwagen met aanhangwagen geladen met 19 ton antraciet van Essen bestemd voor Geel.

Ieder wordt op de beurt geholpen, Marie en Sophie weten er weg mee. Marie doet het werk al 33 jaren lang en was geruime tijd de enige expeditrice in Nederland. Thans is Toos Peters in Wessem haar collega.

Hollands kantoor in de ‘Lange Hei’ wordt binnenkort Benelux-kantoor

Op het kantoor heerst de typische sfeer, welke men overal kan proeven waar schippers elkaar aan de wal ontmoeten. Er wordt druk gepraat over reizen, vrachten en scheepvaartstremmingen. Daar tussendoor wordt naar huis en naar bevrachters gebeld en de post in ontvangst genomen. Schipper Janssen van de ‘Vios’ verlangt van Marie, dat ze uit haar hoofd precies weet wanneer zijn broer met de ‘Volharding’ gepasseerd is en waar hij moest lossen. Marie hoeft niet lang te denken. Ze weet het. Ze kent alle schippers, een hele generatie, ze kent hun huiselijke omstandigheden en zag veel sleepschepen motorschepen worden. Ze is vergroeid met het schippersleven. Marie hoort bij de ‘Lange Hei’. In 1928 maakte zij de grenspapieren klaar, nu nog …. Toen hadden de schippers haast, ook nu nog. In de kortste keren krijgen de schippers hun papieren. Er tussen door worden grappen gemaakt. Maar Marie en Sophie laten zich niet van de wijs brengen.

Het grenskantoor De Kempen aan de Belgisch-Nederlandse grens te Loozen. Links het nieuwe gebouw

Het kantoor van Marie is ook een kleine bazaar. Zij moge de kruidenierswinkel en het café van haar vader in verband met de drukke werkzaamheden niet voortgezet hebben, er is toch nog een slijterij van dranken en er worden rookwaren verkocht. Daarnaast heeft Noud van Beek, de man van Sophie, een oliehandel en tagrijnzaak.

Veel schippers doen er hun boodschappen voor ze naar België vertrekken. Een tagrijnzaak – een handel in scheepsbenodigdheden – heeft een grote sortering; schippers hebben niet veel tijd en zijn gewend alles op één plaats te kopen. Straks zagen wij Noud van Beek met zijn tankwagen een motorschip van dieselolie voorzien, waarbij hij een hele boom opzette over de eisen, waaraan smeerolie in de zomermaanden moet voldoen.

Nu helpt hij op het kantoor een vrouw, die een paar sandalen voor haar dochtertje moet hebben. Even deskundig als een schoenenverkoopster in een speciaalzaak weet hij haar precies te vertellen hoe de neus van de schoenen moet zijn om misvorming van de voet te voorkomen. Marie en Sophie doen echter niet voor hem onder. Als hij naar buiten geroepen wordt om een fles gas aan boord te brengen, helpen zijn ook nog de schippers die inkopen moeten doen.

Even een kort overleg met mevr. Ceyssens

Moeder Ceyssens mag die drukte wel. Al is ze 94 jaar, ze komt nog geregeld in de zaak om met de schippers een praatje te maken. Al gauw zijn ook wij met haar in een gesprek gewikkeld. Haar geest is nog volkomen helder en natuurlijk wordt er gesproken over vroeger, de tijd dat het ook hier nog in de ‘Lange Hei’ zo heel anders toeging.

Oma Ceyssens had er vroeger de zaak. Het was maar een kleine winkel “maar er ging veel in en ook veel uit”, vertelt zij met een zichtbaar genoegen. “Het was een drukke zaak en de schippers waren goede klanten. De tijd ging op en neer. Nu eens was het in België duurder, dan weer in Holland”.

Marie heeft de papieren voor de ‘Trio’ klaar: “Goede reis naar Frankrijk”.

Wij rijden weer naar huis in de late avond. Onderweg komen we weer schepen tegen die ook weer aan het Hollands kantoor zullen meren. Zo gaat het, dag in, dag uit, van ’s morgens tot ’s avonds, als het al donker is. Als de lantaarn buiten niet meer brandt, is de zaak echter gesloten. Dan wordt het stil aan de grens, stil tot de volgende morgen, die al weer vroeg begint.

In Memoriam