De Kempen

Niek was voor zijn onderduikertijd werkzaam aan de grenspost De Kempen, maar sinds hij deel uitmaakte van het verzet kon hij zich daar niet meer laten zien. De post De Kempen bleef echter geopend en een aantal douaneambtenaren was er nog werkzaam. Naast de douane verbleven er ook 6 Duitsers aan deze post voor de passencontrole. Aan deze afgelegen post stond het huis van de enige expediteur Ceyssens, tevens café waar de schippers een borrel konden drinken en waar nog steeds het in- en uitklaren plaatsvond. Ze zaten hier een heel eind van de bewoonde wereld af. De post lag 9 kilometer van Weert, 4 kilometer van Dorplein en 2 kilometer van Lozen (B). Om te kunnen overleven moesten de etensbonnen in Weert worden gehaald en de melk haalden ze aan de overkant van het kanaal bij boer Peeters.

Grenspost De Kempen

NSB

De douane moest de goederen in- en uitklaren. Af en toe ontstond er ruzie met de Duitsers omdat de douane een schip, geladen met “joden meubelen”, niet wilde uitklaren. De toenmalige dienstgeleider – waarvan achteraf bleek dat hij lid was van de ‘NSB’ – voorkwam dan dat de situatie escaleerde. Hij nam de taak over waarna de kwestie geklaard werd. Wat zijn werkelijke rol hierin was is tot op heden niet duidelijk geworden.

Canadese piloot

Op 2e pinksterdag 1944 vond er een voorval plaats met een Canadese piloot. Op die dag vlogen er honderden bommenwerpers over richting Duitsland. Een van de bommenwerpers werd neergeschoten. Een dag later werd de Canadese piloot door de douane van de post De Kempen aangetroffen. Zonder medeweten van de dienstgeleider werd de piloot in zijn woning verstopt. ’s Nachts werd de piloot over het kanaal naar een onbewoond terrein gebracht. Dagelijks werd hij door de douane van eten en drinken voorzien. In een klein dennenbosje werd een gat in de grond gegraven dat dienst deed als woonruimte. Omdat de piloot al een dag – voordat hij door de douane werd verstopt – door de omgeving had rondgelopen werd dit uiteindelijk bekend bij de Duitsers.

Er werd met man en macht naar de piloot gezocht waaraan de douane uiteraard mee moest doen. Opzettelijk leidde de douane de Duitsers weg van de schuilplaats. Op het laatst haalden de Duitsers er een speurhond bij, maar omdat de piloot over het kanaal was gezet, kon de hond geen spoor volgen.

Vluchtlijn geblokkeerd

Na enkele weken begon het te regenen en de piloot kon niet langer in zijn schuilplaats blijven. Besloten werd hem in het huis van een collega onder te brengen. Daar kwam de gehele post ‘De Kempen’ aan te pas. Omdat naast het grenskantoor 6 Duitsers verbleven moesten ze een omweg maken en de huizen van de achterkant benaderen. Het vervoer geschiedde per fiets. Zonder dat de Duitsers het merkten kwam de piloot in een woning van de post ‘De Kempen’ aan. Hier heeft de piloot nog geruime tijd vertoefd.

Door de geallieerde landing op de kust van Normandië (D-Day) op 6 juni 1944, was de vluchtlijn voor de piloot geblokkeerd. Na ongeveer 3 maanden werd via de ‘Witte Brigade’ een thuisreis georganiseerd. Weer was de hele post in de weer om de piloot over te dragen aan de ‘Witte Brigade’ die hem veilig in België kregen. Hij kwam uiteindelijk behouden aan in Canada.

De invasie had plaatsgevonden en de bondgenoten kwamen steeds dichterbij. Op 5 september 1944 waren de Engelsen nog maar 4 kilometer van ‘De Kempen’ verwijderd. Het was, wat later bleek, een verkenningseenheid die voor de brug in Lozen stond, die ze niet over mochten. De douaniers verwachtten elk ogenblik hun bevrijding, die echter nog dagen op zich zou laten wachten. De ‘Sabotageploeg Dorplein’ zou, zodra de 6 Duitsers vertrokken, de spoorlijn Budel-Schoot/Weert onklaar maken. Het sein hiervoor was: “De hond heeft ….. jongen” al naar gelang het aantal Duitsers dat vertrokken was.

Sabotageploeg

Eindelijk was het dan zover op 5 september 1944. De Duitsers, 6 in getal, vertrokken per fiets gepakt en gezakt. De sabotageploeg ontving het volgende bericht: “Ik heb een nest mooie jonge honden, zes stuks.” Dat was het teken voor de actie die jammer genoeg verkeerd zou aflopen. Door de actie ontspoorde de trein op het spoorlijn traject de IJzeren Rijn, tussen Dorplein en Budel. Door toedoen van de ‘NSB’ echter werd de actie van de sabotageploeg verraden. Zes leden werden op gruwelijke wijze vermoord (Kees Kappers, Jan Zandvliet, Theo Stevens, Antoon van der Putten, Leo en Martin Looymans). Niek en de andere leden van de sabotageploeg konden tijdig vluchten, zodat hun leven gespaard bleef.

Foto beschikbaar gesteld door Rene Vos

De achtergebleven leden van de sabotage ploeg ondervonden van 5 tot 20 september 1944 veel last van de ‘SS-ers’ uit de ontspoorde trein. Alle douaniers werden als partizanen beschouwd omdat twee douanemensen bij de ontsporing van de trein betrokken waren. De ‘SS-ers’ liepen zwaar bewapend en stomdronken in het dorp over straat en zagen iedereen voor partizaan aan.

Tussen 5 en 17 december 1944 kwamen de Duitsers nog geregeld terug naar ‘De Kempen’. Alle douaniers en de sabotage ploeg waren Dorplein inmiddels ontvlucht. De Duitsers hebben zich nog enige tijd opgehouden aan ‘De Kempen’. Ze hadden afweergeschut opgesteld en zich ingegraven. Er werd over en weer geschoten. 17 december was de laatste dag voor de Duitsers aan De Kempen. Engelse soldaten of voertuigen zijn er bij de bevrijding niet aan ‘De Kempen’ geweest. Dat was ook niet mogelijk, omdat ze over de noodbrug bij Sint Huibrechts-Lille (B) over het kanaal moesten. Zo werd ‘De Kempen’ op 17 december bevrijd van de Duitsers, zonder dat er Engelse soldaten waren geweest.

Na de oorlog is Niek in dienst gebleven van de belastingdienst aan de grenspost ‘De Kempen’.