Geheim Leger

Het was 16 januari 1941 dat Niek lid werd van het Geheim Leger van de Nederlands- Belgische verzetsbeweging en moest al gauw in zijn eigen woonplaats Dorplein onderduiken. Als lid van de befaamde “Witte Brigade” heeft hij aan veel verzetswerk deelgenomen.

Het duurde niet lang voordat de eerste krijgsgevangenen, Joodse landgenoten, geallieerde piloten en andere vogelvrij verklaarden via de sluiproutes hun vrijheid tegemoet gingen. Met behulp van de politie en de plaatselijke bewoners werd Dorplein een van de belangrijkste “doorlaatposten”. Was het te gevaarlijk om een “lading” over te brengen dan vond men altijd wel een schuilplaats in of in de omgeving van Dorplein tot de kust – in dit geval de grens – weer veilig was.

Geheim Leger

De belangrijkste organisatie van het gewapend verzet was het Geheim Leger (L’ Armée Secrète). Vanaf de capitulatie probeerden de officieren en manschappen van het leger in het geheim opnieuw te organiseren zodat het bij eventuele komst van de geallieerden gereed zou staan om aan de strijd deel te nemen.

Charles Claser

Eind 1940 had officier Charles Claser al het Belgische Legioen (Légion Belge) gevormd. In 1941 sloot zich daar bij aan het door kolonel Robert Lentz opgerichte Armee de Belgique. De groepen werden samen gesmolten tot het Belgische Legioen onder commando van Claser, Lentz, Andre Boerenboom en Charles van der Putten. Een mobiele reserve stond onder bevel van Jules Bastin. Doel van dit ondergrondse leger was tegen de bezetter activiteiten te ondernemen in de vorm van sabotage- en gewelddadige acties en te proberen de orde te handhaven bij de komst van de geallieerden en het vertrek van de Duitse bezettingstroepen.

Belgische Legioen

Het Belgische Legioen was onvoorwaardelijk trouw aan Koning Leopold II. In maart 1942 vertrok Claser via Frankrijk en Spanje naar Londen waar hij steun en richtlijnen bij de Belgische regering in ballingschap wilde halen. Onderweg in Spanje werd hij in de kraag gevat en een tijd gevangen gehouden in het Kamp Miranda de Ebro in de provincie Burgos (noord Spanje).

Daardoor arriveerde hij pas op 22 juli 1942 in Londen. De Belgische regering die – uit verklaringen van uitgeweken politici over het Belgische Legioen het beeld had gevormd van een uiterst rechtse beweging die na de bevrijding een sterk regiem wilde vestigen – reageerde koeltjes. In augustus was Claser terug. Tijdens zijn afwezigheid waren Lentz en van de Putten aangehouden en in november 1942 werd ook Boerenboom door de Duitsers gepakt. Ditzelfde lot trof een maand later ook Claser.

Jules Bastin

De leiding kwam in handen van Bastin. Na nieuwe contacten met Londen – waarbij de misverstanden uit de weg werden geruimd – erkende de Belgische regering op 30 december 1942 Jules Bastin officieel als enige bevelhebber van alle clandestiene militaire organisaties. De naam veranderde van Belgisch Legioen in Leger van België (Armee de Belgique).

In november 1943 werd Bastin gevangen genomen. In januari 1944 werd generaal Pire bevelhebber en het Leger van België werd in juni 1944 herdoopt in Geheim Leger.

Generaal Pire

Drievoudige opdracht van het Geheim Leger was: 1. Sabotage en voeren van een guerrilla; 2. Onrust zaaien in de Duitse gelederen; 3. Verlenen van daadwerkelijke hulp aan de geallieerde troepen bij de bevrijding van België.

Deze laatste kende verschillende aspecten. Zodra contact met de geallieerde legers was gemaakt, ondersteunde het Geheim Leger hun aanvalsplannen door het verstrekken van inlichtingen, het uitroeien van Duitse weerstandsnesten, het geven van flankdekking aan de oprukkende troepen en het leveren van achterhoedegevechten. Ook trachtte het Leger te verhinderen dat de wegtrekkende Duitsers belangrijke installaties zouden vernietigen.

Als voorbeeld geldt de rol die het Geheim Leger speelde bij het behoud van de haven van Antwerpen, van eminent belang voor de geallieerden als aanvoerhaven. Vaak werkte het Leger met andere verzetstroepen samen. Dit was ook het geval bij het behoud van de Antwerpse haven. Er was een comité opgericht van vertegenwoordigers van de “Witte Brigade”, groep-G. Onafhankelijkheidsfront, Geheim Leger en 1e Mouvement National Royaliste (MNR, koningsgezinde nationale beweging- en verzetsgroep die vooral actief was in Antwerpen en omgeving). De leiding van deze acties was in handen van de Urbain Reniers, luitenant van het Geheim Leger.

Als gevolg van instructies van Eisenhower ging Pire op 15 oktober 1944 over tot demobilisatie van het Geheim Leger. De organisatie telde ca. 54.000 erkende leden waaronder veel beroeps- en oud-militairen, van wie er 1.100 sneuvelden in de gevechten, 350 werden er gefusilleerd en 4.500 omkwamen in concentratiekampen.

Naast zijn lidmaatschap aan het Geheim Leger was Niek tevens lid van de verzetsgroep de “Witte Brigade.”