Northrop NF-5A
Venlo
1 oktober 1980
Op 1 oktober 1980 te 09.40 uur bevond de brigadecommandant der Koninklijke Marechaussee Venlo, kapitein C. de Bruijn, zich met een aantal personeelsleden op de schietbaan van het militaire oefenterrein ‘Groote Heide’ te Venlo en zag een straaljager, die tevoren enkele malen in bochten boven dit gebied had gevlogen, neerstorten in het oostelijke woongebied van de gemeente Venlo. De plaats van de crash was gelegen aan het gedeelte van de Stalbergweg, gelegen tussen de Karel van Egmondstraat en Aan de Bronnen, bij perceel Stalbergweg 273.
Het oostelijk stadsdeel grenst aan het voormalige militaire vliegveld genaamd ‘Groote Heide’ en heeft een open bebouwing. De brigadecommandant begaf zich onmiddellijk naar de plaats van het ongeval en kwam daar gelijktijdig aan met de Brandweer van Venlo en ambulances, terwijl direct hierna personeel van de Gemeentepolitie Venlo arriveerde. Kapitein Cees de Bruijn, opperwachtmeester Toon Janssen en de wachtmeesters Henk Tervooren, Gerrit Menning en Johan Garretsen, werden belast met het onderzoek en constateerden het volgende:
“Een noordelijk van de Stalbergweg gelegen woning (perceel 273) stond in brand. Bossages rondom deze woning en aan de overzijde van de straat hadden eveneens brand gevat. De Stalbergweg ter plaatse lag bezaaid met brandende wrakstukken van het vliegtuig, munitie, puin, meubilair, huisraad etc. Er was een sterke rookontwikkeling boven het gebied. Omwonenden liepen angstig en verslagen rond. De toestand ter plaatse werd vastgelegd in een fotoserie. Het verongelukte toestel was een jachtbommenwerper van de Koninklijke Luchtmacht van het type Northrop NF-5A (eenzitter). Het toestel was omstreeks 09.30 uur van de vliegbasis Gilze-Rijen opgestegen voor een operationele vlucht in een gebied ongeveer gevormd door de driehoek: Gilze-Rijen, ’s-Hertogenbosch en Nijmegen.
De piloot en enige inzittende van het toestel was een 2e luitenant vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht, ingedeeld bij het 316 Squadron van de vliegbasis Gilze-Rijen. De piloot kwam bij deze crash om het leven.
In de aan de zuidzijde van de Stalbergweg gelegen langgerekte vijver werd, op een afstand van ongeveer 200 meter van het uitgebrande huis (Stalbergweg 273), een gedeelte van de cockpit aangetroffen. Het stoffelijk overschot van de vlieger werd gelokaliseerd in de resten van de cockpit. Berging van het stoffelijk overschot was niet meteen mogelijk, daar de vlieger geheel verward zat in bedradingen. Het bleek dat diverse draden en kabels deel hadden uitgemaakt van de schietstoel en aangenomen werd dat de schietstoel niet geactiveerd was en dat er nog explosiegevaar dreigde.
Omstreeks 11.50 uur was het publiek uit de binnen- en buitenring verwijderd en was het gebied geheel onder controle.
Reeds vrij snel na de aanvang van de eerste reddings- en bergingswerkzaamheden kon een lijst worden samengesteld van mensen die gewond waren geraakt. Het betrof hier:
- De bewoner van het uitgebrande huis Stalbergweg 273, hij werd met brandwonden opgenomen in het St. Joseph ziekenhuis te Venlo;
- Een 2e persoon werd met shockverschijnselen opgenomen in het ziekenhuis;
- Een persoon raakte gewond aan rechter onderbeen en voet. Mocht na behandeling naar huis;
- Een persoon liep snijwonden op. Kon na behandeling naar huis;
- Een brandweerman liep 1e graad brandwonden op aan zijn hals. Hij werd opgenomen in het ziekenhuis.
Tijdens het onderzoek werden er 9 schadegevallen van particulieren vastgesteld en schade aan eigendommen van de gemeente Venlo. Deze werden ter plaatse afgehandeld door het ‘Departement van Defensie’.
De stoffelijke resten van de omgekomen vlieger werden op 1 oktober 1980 omstreeks 16.50 uur, na veiligstelling van de schietstoel, geborgen en inbeslaggenomen. De lijkschouw vond plaats. Bij deze schouw bleek dat visuele herkenning en herkenning aan de hand van de gebitsstatus niet mogelijk was. Er werd een dactyloscopisch signalement1 vervaardigd. Door bemiddeling van de Luchtmachtstaf bij de Ambassade in Ottawa (CDN) werd de beschikking verkregen over een dactyloscopisch signalement van de vlieger, dat van hem in Canada was vervaardigd tijdens zijn vliegopleiding daar. Aan de hand van deze signalementen werd een vergelijkend onderzoek ingesteld en vastgesteld dat de vingerafdrukken van het slachtoffer identiek waren. Het beslag werd op 2 oktober 1980 te 16.00 uur opgeheven en het stoffelijk overschot werd ter beschikking gesteld van de nabestaanden. De uitvaart vond plaats op 6 oktober 1980.
Na onderzoek bleek dat de overleden piloot met opzet van zijn vliegroute was afgeweken. Teneinde met het vliegtuig zijn ouders gedag te zeggen, vloog hij enkele rondjes boven de ouderlijke woning, welk bezoek hem noodlottig werd”.
Fotoserie van de crash op de Stalbergweg te Venlo
Geysteren 25 maart 1971
Maasbree 21 november 1974
Terug naar Vliegtuigcrashes
Niets van deze pagina mag worden:
- Gekopieerd;
- Verveelvoudigd;
- Opgeslagen in een geautomatiseerd bestand;
- Openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, hetzij door opnamen of op enige andere manier,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgeverij.
© 2005 Uitgeverij
F.H.J. Schallenberg
ISBN 90-9019389-8 /
NUR 680
Alle rechten
voorbehouden.